Hoewel daar wel eens twijfel over kan bestaan, heeft elk mens een persoonlijkheid, een eigen manier van contact maken, risico’s nemen, zich gedragen. Hoe meer dit gedrag voorspelbaar is, hoe duidelijker we de persoonlijkheid vinden. Maar hebben dieren ook een verschillende persoonlijkheid en zo ja waarom?
Niels Dingemanse, een wetenschappelijk onderzoeker die werkzaam is op de Rijksuniversiteit Groningen, heeft dit onlangs bij vissen onderzocht en is daarbij financieel ondersteund door de Lucie Burgers Stichting. Deze stichting financiert vergelijkend gedragsonderzoek in het wild en in dierentuinen en is vernoemd naar de dochter van de stichter van ons dierenpark. In 2003 promoveerde Dingemanse op persoonlijkheidsverschillen bij dieren en de consequentie van persoonlijkheid voor dieren in de vrije natuur.
In zijn verslag aan de Lucie Burgers Stichting schrijft Dingemanse dat biologen hebben aangetoond dat bijvoorbeeld octopussen, koolmezen, spinnen en zelfs schaatsenrijders (insecten die op het water leven) net als mensen onderling in hun gedrag verschillen. Er zijn bijvoorbeeld koolmezen die een nieuwe ruimte snel verkennen, terwijl andere dit juist langzaam doen. De snelle mezen waren ook agressiever dan de langzame. Die gedragingen bleken dus op de één of andere manier gekoppeld te zijn. Ook bleek dit voor meer dan 50% genetisch vast te liggen; geërfd te worden van de ouders.
De vraag die bij het onderzoek van Dingemanse centraal stond, was: waarom is niet iedereen of elk dier hetzelfde? En waarom zijn bepaalde gedragingen zoals bijvoorbeeld brutaliteit en agressiviteit soms gekoppeld? Dat wil zeggen dat wanneer het dier brutaler is, het ook agressiever is.
De wetenschap heeft daar twee mogelijke verklaringen voor gegeven.
De eerste is dat de gedragingen die samen blijken te hangen misschien door eenzelfde inwendige oorzaak worden opgeroepen, bijvoorbeeld een hormoon. Als het ene dier dus meer hormoon maakt dan het andere zal hij tegelijk brutaler en agressiever worden. En omdat elk dier wel iets verschilt in zijn hoeveelheden hormoon, zal elk dier een andere ‘persoonlijkheid’ hebben.
De tweede mogelijke verklaring gaat ervan uit dat het een kwestie is van aanpassen.
Wanneer je agressiever bent en ook brutaler, assertiever, dan kun je mogelijk meer nakomelingen krijgen dan een soortgenoot die agressief en verlegen is.
Een vaste koppeling tussen agressie en assertiviteit is in dat geval alleen maar te verwachten bij diersoorten waarbij zo’n koppeling het individu meer nakomelingen oplevert. Anders zou het zinloos zijn.
Nu het onderzoek van Niels. Hij onderzocht 12 wilde populaties driedoornige stekelbaarzen op een eiland in het noorden van Wales (Engeland). Het was bekend dat stekelbaarsjes, net als de koolmezen, persoonlijkheidsverschillen laten zien, maar niet altijd! Het gaat dan weer om het samengaan van agressiviteit en brutaliteit. In de verschillende onderzochte populaties stekelbaarzen in Engeland bleken de beide gedragingen alleen maar samen te hangen wanneer er grotere roofvissen aanwezig waren. Dus geen snoek, dan ook geen koppeling tussen agressie en assertiviteit!
De conclusie was dus dat de bovengenoemde tweede verklaring beter past bij deze visjes. ‘Persoonlijkheid’ blijkt hier dus alleen maar als een aanpassing voor te komen bij een bepaald type omgeving, namelijk waar roofvissen voorkomen. Of … is het misschien toch niet het type omgeving maar een erfelijke kwestie? Het zou bijvoorbeeld ook kunnen zijn dat de stekelbaarzen die samen met roofvissen voorkomen eenzelfde vooroudergroep hebben, waardoor ze sterk op elkaar lijken en verschillen van stekelbaarzen die afstammen van andere voorouders.
Niels heeft daarom alle 12 populaties ook genetisch onderzocht. Samen met collega Marco van der Velde en doctoraal student Kim Meijer, werd van elke populatie van 20 vissen het genetisch materiaal (DNA) onderzocht en vergeleken. Hij zocht daarbij naar kleine verschilletjes in de DNA-moleculen. Hoe meer verschillen, hoe minder de dieren hetzelfde zijn, hoe minder verwant ze zullen zijn.
De onderzochte 240 dieren bleken in te delen te zijn in 24 genetische groepen. Binnen een groep waren de genetische verschillen klein, maar elke groep verschilde wel duidelijk van de andere groepen. Er waren populaties met maar één genetische groep, maar er waren er ook met meerdere groepen. En één genetische groep kon in meerdere populaties gevonden worden.
Niels heeft vervolgens met deze gegevens de verwantschap tussen de twaalf populaties berekend en gevonden dat (niet geheel onverwacht) de verwantschap sterk samenhing met de plaats op het eiland waar de populatie zich bevond. Populaties in eenzelfde stroomdal waren logischerwijs meer verwant dan populaties in verschillende stroomdalen.
Interessanter was echter dat in de verschillende genetische groepen populaties waren met en zonder roofvissen. Dat wil dus zeggen dat stekelbaarzen die genetisch sterk op elkaar lijken ineens in hun gedrag van elkaar gaan verschillen wanneer er al dan niet roofvissen in de buurt zijn. De logische conclusie is dus dat de bovengenoemde tweede verklaringshypothese die op aanpassing berustte in dit geval de juiste is. De aanwezigheid van de roofvissen is dus de factor die deze stekelbaarsjes een agressievere en tegelijk brutalere persoonlijkheid bezorgt.
Maar een echte wetenschapper wil dit graag nog eens experimenteel bevestigen. Hij heeft daarom tenslotte ook nog eens jonge stekelbaarsjes op laten groeien in een omgeving met roofvissen en andere jonge stekeltjes in een omgeving zonder roofvissen. De resultaten waren uiteindelijk identiek aan de bevindingen in Wales, hetgeen een ultiem bewijs is voor de juistheid van de conclusies.
Maar de vraag waarom deze persoonlijkheidsaanpassing zo uitvalt, is nog niet beantwoord. Hij stelt dan ook voor om in een vervolgonderzoek in te gaan op de vraag of deze aanpassing inderdaad leidt tot meer succes, zoals verhoogde overleving of meer nakomelingen. Hebben stekelbaarzen er nu ook werkelijk baat bij? Wellicht kunnen we u dat over enkele jaren melden, want de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO) heeft het onderzoek van Dingemanse vanwege het zeer vernieuwende karakter beloond met een Vernieuwingsimpuls (VENI-beurs).
Een reusachtige roodkleurige draak met een lengte van 5,3 meter, een vleugelspanwijdte van 5,5 meter…
8 uur geleden
Koninklijke Burgers’ Zoo is door Michelin bekroond met twee Michelinsterren. In de Michelin Reisgids…
26 september 2024
Indrukwekkende draken, eenhoorns, centauren, boomnimfen, sfinxen, zeemeerminnen en talloze andere be…
5 september 2024