Koraalvlinders behoren tot een kleurrijke vissenfamilie. Meestal zijn ze in stelletjes op het rif te vinden, maar sommige soorten zwemmen in enorme scholen. Met hun prachtige felle kleuren zijn ze een opvallende verschijning. Dat is ook nodig, want met al die vissoorten op het rif zijn soortgenoten juist door middel van die kleuren gemakkelijk terug te vinden. Als vlinders ‘fladderen’ ze langs het rif op zoek naar voedsel.
Hun kleuren vormen ’s nachts echter een nadeel. Daarom trekken deze dagactieve dieren een onopvallende pyjama aan voordat ze gaan slapen; de kleuren vervagen. Er zijn zelfs soorten die ’s nachts een nepoog op hun pyjama zetten! Op de donker geworden zijkant ontstaat dan een witte vlek. In het schemerlicht lijkt het alsof de slapende koraalvlinder een hele grote vis is. De rover zal daarom een koraalblokje om zwemmen.
Naast hun kleuren zijn koraalvlinders te herkennen aan een spitse bek. Deze bek maakt het mogelijk individuele koraalpoliepjes te eten. Koraal is het hoofdvoedsel van koraalvlinders. Vandaar dat het niet een soort is die gemakkelijk samen met levende koralen te houden is. Toch zwemt er in het koraalrifbassin een koraalvlindersoort: de pincetvis. Dit dier eet het liefst zeeanemonen. Eén type zeeanemoon kan in enorme getalen voorkomen in koraalrifaquaria. De glasanemoon kan sterk netelen en zal koralen die in de buurt wonen met zijn netelgif doden. Een soort die in de hand gehouden moet worden. Daar is de pincetvis voor aangenomen. Dit dier doet fantastisch werk en zorgt er zo voor dat de glasanemonen onder controle blijven.
Sinds kort is een nieuwe soort uitgezet in het koraalrif: de piramidekoraalvlinder. Dit is een soort met bruine, witte en gele vlakken. Het is een van de weinige soorten koraalvlinders die geen koraal eet, maar juist dierlijk plankton. Typisch een soort die op afstand van het rif tussen het blauwgrijze juffertje hangt op zoek maar kleine garnaalachtigen of ander klein eetbaar grut dat door de stroming wordt meegebracht. Zo heeft iedere koraalvlinder zijn eigen plaats in het koraalrifbassin.
Iedere vissenfamilie heeft zijn eigen manier van zwemmen aangeleerd. Nu kunnen vrijwel alle vissen met de staartvin zwemmen, maar er zijn ook vissen die alleen de borstvinnen of de rug- en buikvinnen gebruiken. Koraalvlinders gebruiken de borstvinnen. Deze vinnen zitten aan de zijkant vlak achter de kop. Juist deze borstslag maakt het mogelijk om gemakkelijk te manoeuvreren. Ideaal om zo een koraalpoliepje te pakken. De staart wordt dan als stuur gebruikt. Alleen bij snelle zwembewegingen wordt ook de staartvin ingezet.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024