Het is vreemd: jaren schrijf ik in de ZieZoo dat het koraalrifaquarium zich steeds beter ontwikkelt, maar dat het niet eenvoudig is om de koralen goed te laten groeien. Nu zouden de koralen té hard groeien. Wat is er aan de hand?
Koralen zijn dieren. Een koraalkolonie bestaat uit vele kleine koraaldiertjes of koraalpoliepen. In de huid bevindt zich een algje wat zorgt voor de kleur van het koraal. Het algje maakt door fotosynthese suikers. Een deel van die suikers dienen als voedsel voor het koraal. Het overige deel gebruikt de alg zelf.
Bij geweikoralen is het goed te zien of deze groeien. Op de uiteinden van de koraaltakken bevinden zich licht gekleurde punten, die paars, blauw, roze of oranje kunnen zijn. Dit zijn de groeipunten. Hier bevinden zich nog geen algjes. Als het groeipunt ouder wordt, zal dit door de algjes een andere kleur krijgen.
Als het koraalskelet puur uit kalk zou bestaan, zou het gemakkelijk kunnen breken. Door andere stoffen zoals magnesium en strontium in te bouwen wordt het skelet steviger. Deze stoffen worden toegevoegd aan het water. Magnesium wel op een heel aparte manier: pompen worden normaal beschermd tegen roest met coating. In zeewater werkt dit niet goed. Een betere oplossing is een techniek uit de scheepvaart: hier maakt men gebruik van zink-anodes. Dit is een blok van pure zink dat in direct contact staat met de ijzeren wanden van een schip. Dit blok lost langzaam op, waardoor ijzer niet meer roest. Zink is echter giftig voor koralen; in de Ocean worden daarom magnesium-anodes gebruikt. Het magnesium wordt ook vastgelegd door kalkalgen en in koraalskelet.
Koraalskelet bestaat voor een groot gedeelte uit kalk. Deze koraalskeletten worden in de tropen zelfs gebruikt om huizen te bouwen! Niet alle koralen hebben een kalkskelet. Zachte koralen hebben skeletnaalden voor de stevigheid. Maar de echte rifbouwende koralen zijn de steenkoralen en dat skelet bestaat uit kalk. Het kost decennia om een rif te laten groeien. Er is een groot verschil in groei; bolvormige koralen bijvoorbeeld, zoals hersenkoralen, groeien maar enkele millimeters per jaar. Geweikoralen daarentegen groeien zo’n 10 tot 15 centimeter per jaar. In gevangenschap is de groei vaak trager dan in het wild. De omstandigheden zijn minder goed dan in de open oceaan. Maar kan het ook te hard gaan?
Het koraalrifbassin bevat 750.000 liter water. Met zijn zes meter diepte een behoorlijk groot aquarium. Toch is het maar een druppeltje water in vergelijking met de natuur. En daar zit het probleem. Het koraalrifaquarium is een gesloten systeem. Er wordt dagelijks water ververst, echter op jaarbasis wordt maar 100% van het gehele volume één keer vernieuwd met kunstmatig gemaakt zeewater. Het ‘oude’ koraalrifwater wordt hergebruikt in de vissenbassins. Als in het gehele bassin de koralen één kilo per week groeien, betekent dit dat er bijna één kilo kalk uit het water wordt gehaald. Juist omdat het aquarium een gesloten systeem is, zal na enkele weken het kalkgehalte in het water steeds lager worden. Het gevolg is dat koralen niet meer kunnen groeien door een tekort aan kalk in het water. Er zal dus voortdurend kalk moeten worden toegevoegd aan het systeem.
Er zijn verschillende technieken in de aquariumwereld bekend om kalk toe te voegen aan het water. De meest gebruikte methode is de kalkreactor. Dit is een bak waar grof koraalzand in zit. Koraalzand bestaat uit kleine stukjes koraalskelet. Door het water in deze reactor zuurder te maken lost het koraalzand op en zo wordt continu een beetje kalk in het system gebracht. Daarnaast kun je ook chemisch calcium, het belangrijkste onderdeel van kalk, toevoegen. Het laatste jaar is ruim 600 kilo kalk in het systeem gebracht. Het grootste deel wordt gebruikt door de koralen en kalkalgen, de rest slaat neer. De laatste tijd is de groei van koralen explosief toegenomen, waardoor de bestaande hoeveelheden kalk die per dag worden toegevoegd niet voldoende zijn. Eigenlijk groeit het koraal té hard voor het huidige systeem. De toevoegingen worden nu sterk verhoogd om de groei van de koralen bij te houden. Het Arnhemse rif heeft een geschat oppervlakte van 500 m2, wat betekent dat in Arnhem bij benadering 1.2 kilo kalk per vierkante meter per jaar wordt gebruikt. Een natuurlijk koraalrif in Australië gebruikt ongeveer 1.7 kilo kalk per vierkante meter per jaar. Het Arnhemse rif is natuurlijk minder koraalrijk als in de echte natuur, maar de kalkconsumptie begint in de buurt te komen. Dus het koraal groeit niet té hard, maar wel zo hard dat het technisch nauwelijks bij te houden is.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024