Verkleurbloem of Bourbontje wordt hij in plantenboeken genoemd. Een struikje met kleine, vrolijk gekleurde bloemetjes. Hij staat in de Bush en is dus blijkbaar een warmtebehoeftige plant. In de tropen maar ook in de subtropen kennen ze hem inderdaad, en hoe!
Daar is Lantana camara, zoals hij officieel heet, een door velen gehate plant. Hij weet zich bijna overal te vestigen en te handhaven: in lichte bossen, in de felle zon, op droge en natte bodems, in zilte spatzones langs zee en ga zo maar door. Ze vormen daar dichte struwelen en verdringen veel planten die er oorspronkelijk groeiden. Agressieve jongens dus, die bourbontjes! Ze spelen dat klaar doordat ze bessen produceren die door vogels gegeten worden waardoor de zaden snel per luchttransport over grote afstanden worden verplaatst. Maar eet bijvoorbeeld een koe de bessen dan blijken ze giftig te zijn. Boeren moeten er dan ook niets van hebben. In Afrika groeien ze ook. Daar blijken de tseetseevliegen (die de beruchte slaapziekte verspreiden) aangetrokken te worden door de overigens fris ruikende Lantana’s. De vliegen schuilen overdag graag tussen hun bladeren maar ’s avonds komen ze tevoorschijn en maken ze hun slachtoffers. Geen leuke verhalen dus.
Waarom dan toch in de Bush? Wel, de bloemetjes maken veel nectar en dat is gewild voedsel voor veel insecten en vogeltjes. Dat is de reden dat deze planten ook veel in vlinderkassen en bij kolibries in het verblijf worden gezet. Voor de echte bloemenliefhebber is het ook leuk om te weten dat de kleine bloemetjes tijdens hun actieve leven langzaam verkleuren van geel naar oranje naar rood, maar er zijn ook roze en witte varianten (de witte verkleuren trouwens niet). En omdat de oudere bloemen vrij lang aan de plant blijven zitten, zie je meestal alle kleurtjes door elkaar tegelijkertijd aanwezig in het bloemhoofdje. Dat is trouwens niet voor niets. Doordat de oude bloemetjes aanwezig blijven, wordt de zichtbaarheid vergroot en trekken ze met elkaar meer aandacht van nectarzoekers. De jonge gele bloemetjes bevatten de zoetste nectar, de oudere bloemen geven steeds wateriger nectar. Maar die oude bloemen lokken met hun rode kleur specifiek vogels en sommige vlinders zodat ze min of meer ‘reclamebloemen’ zouden kunnen worden genoemd. Proeven met bijen hebben uitgewezen dat die vooral uit de gele, zoete bloemen drinken. Het is bekend dat bijvoorbeeld kolibries veel wateriger nectar nodig hebben dan bijvoorbeeld bijen en zo kan de plant zich van meerdere bestuivers bedienen. Ze maken dan ook vrijwel altijd daarna uitbundig vruchten, een soort paarse braampjes.
In tuincentra zijn ze ’s zomers te koop als kuipplanten. Ze groeien snel en zijn makkelijk te stekken. Toch zullen ze Nederland niet zo gauw bedreigen. Ze kunnen echt niet tegen vorst.
Geschreven door: Joep Wensing
Sinds april vliegen er twee opvallende nieuwe vogels in Burgers’ Bush. Het gaat om twee mannetjes zw…
27 augustus 2024
Het jaarthema van 2024 van de Nederlandse Verenging van Botanische Tuinen luidt ‘insecten’. Een soor…
19 februari 2024
Een dierentuin is een boeiende organisatie. De meest uiteenlopende dieren en planten moeten goed ver…
12 januari 2024