Voor de eerste keer sinds 1995 kunnen we weer eens jonge cheeta’s laten zien die in Burgers' Zoo zijn geboren. Ze werden geboren op 21 oktober en het zijn er drie: een mannetje en twee vrouwtjes. Maar waarom hebben we zo lang op jongen moeten wachten?
Burgers’ Zoo houdt al sinds het begin van het Safaripark cheeta’s, ook wel jachtluipaarden genoemd. Dit snelste landroofdier ter wereld is een karakteristieke bewoner van de Afrikaanse savanne en mocht daarom ook in Burgers’ Safaripark niet ontbreken. Het bleek niet zo moeilijk om ze in leven te houden, maar om ze tot voortplanting te brengen bleek een stuk minder makkelijk. In tegenstelling tot bijvoorbeeld leeuwen, die in familieverband leven, zijn cheeta’s veel meer solitair en grote groepen zult u dan ook in het wild niet aantreffen. In dierentuinen, waar er veel aanbod van voedsel is, blijken ze ook goed in groepen te houden te zijn. Jongen worden er dan echter niet geboren. Onderzoek heeft uitgewezen dat de dieren in zo’n groep zich als broertjes en zusjes beschouwen en met elkaar geen jongen krijgen.
Het verblijf dat u in Burgers’ Zoo ziet, is daarom ook maar een klein stukje van een groter complex. U ziet een grote ren waar de afgelopen jaren de mannetjes (katers) woonden. Achter de schermen zijn echter nog zes (!) royale verblijven te vinden. Deze zijn geheel gescheiden van het verblijf dat de bezoeker kan zien. Op deze manier kunnen de jachtluipaarden in de verschillende verblijven elkaar ook niet zien; ze kunnen elkaar wel ruiken en horen en dat leidt tot een zekere positieve spanning.
Af en toe halen de verzorgers cheeta-poep uit het verblijf van het vrouwtje en gooien dat bij de katers in het verblijf. De mannetjes kunnen aan die mest merken of een vrouwtje krols is. Als dat zo is, worden de mannetjes opgewonden en beginnen te roepen naar het vrouwtje. Alleen op het hoogtepunt van de krolsheid, roept het vrouwtje terug en dat is het moment om de kater bij de poes te zetten. Het voorspel duurt maar kort, er wordt snel gepaard en dan is het ook direct over. De naam ‘jachtluipaard’ slaat dus niet alleen op de snelheid van lopen!
Dat lijkt het ook, maar voor een succesvolle voortplanting is zowel een goede man als een goede vrouw nodig. En dat was de afgelopen jaren precies het probleem. In 1995 werden er jachtluipaarden geboren: vier katers en een poes. Dat vrouwtje werd met een Franse dierentuin geruild voor een ander jong vrouwtje. Toen zij geslachtsrijp geworden was, werd dit vrouwtje wel af en toe gedekt, maar de jongen verdwenen steeds kort na de geboorte. Iedere keer deden we meer moeite om het vrouwtje echt rust te geven, maar toch verdwenen de jongen.
Daarom is in 2003 besloten ons vrouwtje met een Deense dierentuin geruild. We ontvingen een jonge vrouw terug. In Denemarken is het gelukt van ons vrouwtje één jong met de hand groot te brengen. Het Deense vrouwtje kreeg hier ook een nest jongen. We wilden haar beslist niet storen en hadden daarom een videocamera in het kraamhok geïnstalleerd, om haar toch in de gaten te kunnen houden . In het begin leek het allemaal erg goed te gaan, maar op dag tien waren de jongen toch verdwenen. Een grote teleurstelling, maar het was pas haar eerste nest en dan kan dat gebeuren door de onervarenheid van de moeder. Direct daarna zijn we weer begonnen met het brengen haar van mest naar de katers en een maand later was ze alweer gedekt; daar lag het dus niet aan!
Ze was in de tweede helft van oktober uitgerekend en ook nu weer hadden we een video-circuit aangesloten. Twee dagen eerder dan gepland, op 21 oktober, zagen we op de monitor drie jongen. Vanaf dat moment werd er nog meer dan daarvoor op gelet dat er iedere dag maar één verzorger kwam; om te voeren en een snelle blik op de camera te werpen. Dag tien is de kritische dag voor cheeta’s; als ze ouder worden dan tien dagen betekent dat dat de moeder voldoende melk heeft. Ook op dag elf bleken ze nog in blakende gezondheid en we konden opgelucht ademhalen. Na achttien dagen zagen we ze voor het eerst voor het kraamhok en de verzorger van die dag kon ze toen wat beter bekijken. Twee hadden de oogjes al open, maar de derde had maar één oogje open, het andere oogje was helemaal wit. Wat nu te doen?
Na overleg met collega-dierentuinen hebben de moeder kort van de jongen gescheiden. Na drie weken leek de kritieke periode echt wel voorbij te zijn. We hebben de moeder met wat vlees in een ander ren gelokt en de dierenarts en één verzorger zijn naar binnen gegaan om het jong met het witte oog te bekijken. Gelukkig bleek het slechts een lichte oogontsteking te zijn, misschien veroorzaakt door een strootje uit het kraamhok. De dierenarts kon dat eenvoudig behandelen. Hij heeft meteen alle drie de jongen kort geïnspecteerd; ze zijn in blakende gezondheid en het gaat om een mannetje en twee vrouwtjes. Daarna zijn de jongen met stro uit het kraamhok ingesmeerd om alle mensengeurtjes te verwijderen. Gelukkig accepteerde de moeder haar jongen zonder problemen en een paar dagen later was het oog helemaal genezen.
Zodra de jongen met hun moeder meelopen, zullen we ze u ook laten zien in het grote verblijf. De twee katers verhuizen dan tijdelijk achter de schermen: zij hoeven voorlopig niet meer ‘aan de bak’ en kunnen achter de schermen een paar van de zes andere verblijven krijgen. Hoewel… Rust zullen ze misschien niet zoveel krijgen, want nu bekend is dat ze gezonde jongen kunnen verwekken, zijn ze ineens razend populair in dierentuinland! Dus misschien mogen ze binnenkort wel ergens anders aan de slag, of komt er een vrouwtje op bezoek! Hun kroost krijgen ze echter niet te zien, want dat zou de moeder niet accepteren. Zo gaat dat nu eenmaal in de cheeta-samenleving!
Safaripark Beekse Bergen en Koninklijke Burgers’ Zoo hebben twee cheeta vrouwtjes met elkaar geruild…
18 januari 2024
In deze nieuwe reeks artikelen beschrijven we voorbeelden van camouflage in het dierenrijk. Er zijn…
19 januari 2023
In amper vijf jaar tijd zien maar liefst vijftien cheetawelpen het levenslicht in Burgers’ Zoo dankz…
11 juli 2019