Op vrijdag 14 maart vormt Burgers’ Zoo het decor voor de uitreiking van een prestigieuze prijs voor natuurbeschermers die zich internationaal hebben weten te onderscheiden. Vaak is er sprake van baanbrekend werk, waarmee de prijswinnaars indrukwekkende resultaten hebben behaald. Het is de eerste keer dat de Golden Ark Award wordt uitgereikt. Burgers’ Zoo is één van de initiatiefnemers en hoofdsponsor van de felbegeerde prijs. Het Arnhemse dierenpark wil internationale natuurbeschermers ondersteunen, zodat zij hun goede werk kunnen blijven voortzetten. Het prijzengeld moet dan ook in zijn geheel worden besteed aan natuurbescherming.
Zijne Koninklijke Hoogheid wijlen Prins Bernhard heeft in 1982 de Orde van de Gouden Ark ingesteld om natuurbeschermers te onderscheiden die zich internationaal hebben bewezen. Tot aan zijn overlijden in 2004 reikte de Prins deze prijs jaarlijks persoonlijk uit. In 1993 is de Gouden Ark Stichting in het leven geroepen en heeft zij onder andere een adviserende rol bij de benoeming van de gedecoreerden. Daarnaast organiseert zij jaarlijks een symposium om het voortvarende werk van de onderscheiden natuurbeschermers in de schijnwerpers te zetten. Na het overlijden van Prins Bernhard hield de Orde van de Gouden Ark echter op te bestaan. Dit gegeven werd zeer betreurd door de Gouden Ark Stichting, omdat belangrijke aandacht voor wereldwijde natuurbescherming verloren leek te gaan.
Na uitvoerig overleg is uiteindelijk besloten om het symposium voort te zetten, maar dit symposium bovendien te koppelen aan een officiële prijsuitreiking. Als mede-initiatiefnemer van de Gouden Ark Stichting wilde Burgers’ Zoo graag een belangrijke bijdrage leveren.
Niet alleen treedt het Arnhemse dierenpark op als locatie voor de prijsuitreiking, maar ook is Burgers’ Zoo hoofdsponsor van een nieuwe prijs voor natuurbescherming: de Golden Ark Award.
De jury, die bestaat uit een internationaal selectiecomité, kreeg de omvangrijke taak om de prijswinnaar(s) te bepalen uit aanmeldingen van 67 natuurbeschermers uit 40 verschillende landen. Uit deze grote groep zijn uiteindelijk drie prijswinnaars naar voren gekomen: Patricia Medici (Brazilië), Charudutt Mishra (India) en Michiel Hötte (Nederland). In de volgende paragrafen besteden we aandacht aan elk van deze prijswinnaars en beschrijven wij het natuurbeschermingsproject waarmee zij de Golden Ark Award in de wacht wisten te slepen.
Sinds 1996 leidt de Braziliaanse natuurbeschermster Patricia Medici een zeer succesvol project ter bescherming van de laagland tapir in het Atlantische regenwoud van de staat Sao Paulo. In het kader van dit beschermingsproject verrichtte zij daar met haar team uitgebreid onderzoek, waarbij zij allereerst diverse belangrijke biologische gegevens van het gebied in kaart heeft gebracht. Zo heeft zij met haar medewerkers in het onderzoeksgebied studies verricht naar de dierenpopulaties, de relaties tussen dieren en planten en bijvoorbeeld de mogelijke inteelt en het gebruik van het woongebied. Dankzij deze gegevens heeft zij inzichtelijk kunnen maken dat allerlei kritieke factoren van invloed zijn op het succes of juist het falen van een natuurbeschermingsproject.
De laagland tapir blijkt in dit grotere geheel van onderlinge biologische verbanden een belangrijke rol te spelen als één van de grotere zoogdieren die daar voorkomen. Kort samengevat: als het met de tapirpopulatie in het natuurgebied goed gaat, dan geeft dat aan dat diverse biologische en ecologische processen goed functioneren, die op hun beurt weer belangrijk zijn voor de toekomst van alle andere dier- en plantensoorten.
De grootte van een tapirpopulatie in een bepaald gebied geeft in feite dus een goede eerste indicatie hoe de toekomstperspectieven van dat natuurgebied er op dat moment uitzien.
Door de nadruk te leggen op de tapir en het welzijn van deze specifieke diersoort heeft Patricia Medici de complexe boodschap van natuurbescherming toegespitst op één belangrijke, charismatische diersoort zonder het grotere geheel uit het oog te verliezen. Hierdoor zijn de resultaten van haar werk direct meetbaar (het aantal tapirs kan immers concreet geteld worden!) en kan de natuurbeschermingsboodschap bovendien eenvoudiger aan een groter publiek worden gecommuniceerd. Eén van de succesfactoren van haar inspanningen bestaat wellicht uit haar vaardigheid om een complexe boodschap toe te spitsen op de kern, waardoor bij veel mensen begrip ontstaat voor haar werk en blijvende gedragsveranderingen tot stand komen bij bijvoorbeeld de lokale bevolking.
Het succes van het natuurbeschermingsproject in de Atlantische wouden van Sao Paulo smaakt voor de gedreven Medici naar meer: een landelijk project om de laagland tapir in heel Brazilië te beschermen. Dit plan borduurt voort op het succes van Sao Paulo en breidt zich allereerst uit naar de Pantanal, waar nog nooit onderzoek naar de tapirs is verricht.
De Pantanal is een uniek natuurgebied, omdat het één van ’s werelds grootste zoetwater ‘wetlands’ is met een enorme diversiteit aan dier- en plantsoorten. Door de tapir opnieuw als ambassadeur in te zetten voor de natuurbescherming van dit hele gebied, hoopt Patricia Medici grote successen te boeken.
Bovendien kunnen gegevens over de tapirpopulaties in Sao Paulo en de Pantanal met elkaar worden vergeleken, waardoor analyses mogelijk zijn die verdere kennis over deze diersoort opleveren. Uiteraard worden ook hier niet alleen de tapirpopulaties in kaart gebracht, maar wordt opnieuw gepoogd om de volledige biologische situatie in de Pantanal te documenteren.
Als het plan voor heel Brazilië opnieuw een succes wordt, biedt dit volop mogelijkheden voor diverse andere Zuid-Amerikaanse en Aziatische landen waar de tapir voorkomt. Wellicht is de succesformule te vertalen naar andere natuurgebieden verspreid over de wereld, waardoor natuurbescherming belangrijke successen kan gaan boeken in de toekomst.
Daarnaast heeft Patricia Medici als lid van de IUCN Tapir Specialist Group belangrijke internationale congressen georganiseerd en op deze wijze alle beschikbare informatie over deze soort in het wild verzameld en gepubliceerd.
In 1996 richtte Charudutt Mishra uit India de organisatie ‘Nature Conservation Foundation’ op om de ernstig bedreigde sneeuwpanter te beschermen. Wetenschappers schatten dat er nog slechts 5.000 sneeuwpanters leven, verspreid over 12 landen. Minder dan 1.000 dieren leven er nog in India, waar Mishra zijn succesvolle natuurbeschermingsproject heeft opgestart.
Een belangrijke succesfactor van dit project is het feit dat Charudutt Mishra zich in eerste instantie heeft verdiept in de belangen van de lokale bevolking. Wat zijn hun beweegredenen om sneeuwpanters af te schieten, om vallen te plaatsen en vergiftigd voedsel neer te leggen? En hoe kan de negatieve houding van de lokale bevolking jegens de sneeuwpanter wellicht worden omgevormd tot een wat neutralere of zelfs positieve houding? Mishra heeft de overtuiging dat een natuurbeschermingsproject alleen kans van slagen heeft als het gedragen wordt door de lokale bevolking.
Uit het onderzoek van Mishra is gebleken dat de arme bevolking in hoofdzaak leeft van veeteelt. De kuddes vee rukken echter steeds verder op in het natuurlijke habitat van de sneeuwpanter, terwijl ook de menselijke populatie steeds verder toeneemt. Bovendien verdrijven de kuddes vee in hun zoektocht naar voedsel de grazers die van nature in het gebied voorkomen. Deze grazers vormen op hun beurt weer het hoofdvoedsel voor de sneeuwpanter. Het is dus vrij logisch te verklaren, dat meer vee ten prooi valt aan sneeuwpanters, naarmate mens en vee steeds verder oprukken. Voor de arme boerenbevolking kan de dood van één yak of schaap een grote economische tegenslag vormen, die ze vaak moeilijk te boven kunnen komen. Vanuit hun perspectief bekeken, is het te verklaren dat zij de sneeuwpanters voornamelijk als een gevaar voor hun vee en inkomen zien en dus de sneeuwpanters proberen te doden of verdrijven. Als deze houding van de lokale bevolking ten opzichte van de sneeuwpanter verandert, zijn er goede kansen op behoud van deze zeldzame diersoort.
Nu de belangen van de lokale bevolking en de bedreiging die de sneeuwpanter voor hen vormt duidelijk naar voren zijn gekomen, is het tijd voor actie. Actie is vaak pas mogelijk als er financiële middelen beschikbaar zijn. In dit kader past de volgende uitspraak op treffende wijze: ‘Conservation without money, results to conversation only.’ De oprichting van de ‘Nature Conservation Foundation (NCF)’, waarvoor Mishra op succesvolle wijze fondsen weet te werven, is een belangrijke eerste stap. Dankzij de inzet van de NCF in samenwerking met ‘The International Snowleopard Trust’ komt een aantal succesvolle initiatieven van de grond.
De samenwerkende partijen gaan aan de slag op de meest vitale plaatsen in de Himalaya (verspreid over India, Nepal en Tibet), waar de lokale bevolking frequent in conflict komt met de sneeuwpanters. Naast het uitvoeren van een intensief onderzoeksprogramma, treedt Charudutt Mishra rechtstreeks in contact met de lokale bevolking om de conflicten met sneeuwpanters direct aan te pakken en zodoende hopelijk in de kiem te smoren. Zo creëert hij in samenwerking met de bevolking speciale gebieden waar geen vee mag grazen. Bovendien traint hij lokale herders om hun gedrag ten aanzien van de sneeuwpanters te wijzigen en op een meer verantwoorde wijze hun kuddes te laten grazen. Vervolgens ontwikkelt hij een speciaal programma dat boeren financieel verzekert in gevallen waarin de sneeuwpanter slachtoffers maakt onder hun vee. Tenslotte heeft hij een speciaal onderwijsprogramma opgezet om de kinderen van de lokale bevolking al jong respect voor de inheemse natuur bij te brengen en in het bijzonder voor de sneeuwpanter.
De resultaten zijn goed: naast de populatie sneeuwpanters, neemt ook de populatie van diverse andere inheemse dieren toe in het gebied. Bovendien is de houding van veel lokale bewoners ten opzichte van de sneeuwpanter en de overige inheemse diersoorten aanmerkelijk veranderd. Van ronduit negatief en bedreigend, is de houding veranderd naar een neutrale tot positieve attitude. Na de eerste proefprojecten is het natuurbeschermingsprogramma in diverse andere plaatsen opgezet en is het streven om het project steeds verder uit te breiden. De onderzoeksresulaten van Mishra en zijn team leveren tenslotte zeer waardevolle inzichten op met betrekking tot de leefwijze van de sneeuwpanter.
Michiel Hötte, oprichter van Stichting Tigris, maakt zich al jarenlang sterk voor het behoud van de Amoer-panter. Stichting Tigris is een Nederlandse stichting voor de bescherming van Amoer-panters en Amoer-tijgers in Rusland en China. De Amoer-panter is waarschijnlijk de zeldzaamste grote katachtige ter wereld met nog slechts 30 exemplaren die in het wild leven.
Vroeger kwam de Amoer-panter in een uitgestrekt gebied voor, bestaande uit het hele Koreaanse schiereiland, Noord-Oost China en het zuidelijke deel van het Russische Verre Oosten. In het midden van China sloot zijn verspreiding aan op andere panterondersoorten. Tegenwoordig komt de Amoer-panter alleen nog voor in een klein bosgebied van niet meer dan 200 bij 30 kilometer in Rusland, vlakbij de Koreaanse en Chinese grens. Toen in 2001 in China een natuurreservaat werd opgericht, dat grenst aan dit gebied, steken er steeds vaker panters de grens over naar China.
Om deze uiterst penibele situatie te verbeteren, identificeert Michiel Hötte in zijn uitgebreide onderzoek naar de leefsituatie van de Amoer-panter twee kritieke succesfactoren: educatie van de lokale bevolking en habitatverbeteringen in diverse aspecten.
Uit onderzoek van Hötte is gebleken dat de sterke afname van de populatie Amoer-panters is te wijten aan een aantal ernstige bedreigingen. In China en Korea zijn de panters uitgeroeid als gevolg van de ongecontroleerde jacht en ontbrekende natuurbescherming. Ook hebben boskap en een sterk groeiende bevolking nadelige effecten gehad op het natuurlijke verspreidingsgebied van de dieren: de Amoer-panter werd in feite steeds verder teruggedrongen.
In Rusland was de Amoer-panter 30 jaar geleden in een aantal gebieden reeds uitgestorven, terwijl zijn grote neef, de Amoer-tijger, hier juist weer aan een ‘comeback’ bezig was.
Uit onderzoek bleek dat het favoriete prooidier van de Amoer-panter, het sikahert, sterk bejaagd werd, terwijl het favoriete prooidier van de Amoer-tijger, het edelhert, het op dat moment juist goed deed.
Tegenwoordig bestaan de belangrijkste bedreigingen uit bosbranden en stroperij.
De bosbranden ontstaan doordat de lokale bevolking de onderbegroeiing in de bossen vaak wegbranden om zo de groei van varens te stimuleren. Deze varens vormen een populaire lekkernij in Rusland en China. Stropers zijn uit op de prachtige vacht van de dieren.
In samenwerking met de ‘Amur Leopard and Tiger Alliance (ALTA)’ heeft Stichting Tigris onder leiding van Hötte een uitgebreid beschermingsprogramma voor de Amoer-panter ontwikkeld. Diverse onderdelen van dit beschermingsprogramma komen bovendien de populatie Amoer-tijgers ten goede, aangezien zij zich met name richten op educatie (gedragsverandering van de lokale bevolking) en habitatverbeteringen.
De anti-stroperij teams die zijn opgezet hebben vele honderden illegale geweren in beslag genomen. De stroperij die na de instorting van de Sovjet-Unie enorm was toegenomen, is inmiddels door hun inzet weer tot aanvaardbare proporties teruggedrongen. Daarnaast worden er pantertellingen verricht met behulp van fotovallen en het tellen van pootafdrukken in de sneeuw. De fotovallen worden langs wildpaden geplaatst en fotograferen de dieren die langslopen automatisch van beide kanten. Aangezien de vlekpatronen van een pantervacht voor ieder dier uniek zijn, kan op deze wijze nauwkeurig worden bijgehouden hoeveel dieren er in een bepaald gebied leven. De tellingen wijzen uit dat de panterpopulatie in Rusland inmiddels stabiel is. De aanleg van speciale ‘brandgangen’ in de bossen zorgt ervoor dat bosbranden gestopt worden op een bepaald punt en bovendien is de bluscapaciteit van lokale reservaten versterkt door deze reservaten van goed blusmateriaal te voorzien.
Educatie van de lokale bevolking is belangrijk om de mentaliteit ten opzichte van de dieren te veranderen. Samenwerking met journalisten zorgt ervoor dat er met enige regelmaat berichten over de panters op lokale televisie, in kranten en tijdschriften verschijnen. Een lerares reist de plaatselijke scholen af om presentaties over de panter te geven. Bovendien ontvangen deze scholen brochures, lesmateriaal en DVD’s om meer begrip te genereren voor de panters.
Maar Hötte gaat verder in zijn werkzaamheden. Panters worden gevangen, onderzocht op genetische eigenschappen, van een zender voorzien en weer uitgezet. Op deze manier komt veel waardevolle informatie over de leefwijze van de dieren boven water. In de nabije toekomst hoopt Michiel Hötte in samenwerking met de dierentuinen Amoer-panters te gaan uitzetten die in dierentuinen zijn geboren. Hij wil dit in eerste instantie gaan doen in gebieden waar de Amoer-panter 30 jaar geleden heeft geleefd, maar toen is uitgestorven. Uiteraard is het essentieel dat de leefomstandigheden daar dermate zijn verbeterd, dat men weer aan de opbouw van een panterpopulatie mag gaan denken.
Met het stichten van een tweede populatie en door populatieherstel in China kan de toekomst van de Amoer-panter hopelijk verder worden veiliggesteld. In aangrenzende streken in China zijn nog grote bosgebieden beschikbaar en door herbebossing neemt de omvang van potentieel habitat hier zelfs toe. Het enige dat nodig is voor herstel is de beteugeling van de stroperij in die gebieden en de vermindering van begrazing door vee in bosgebieden. In China worden hiervoor momenteel al speciale projecten opgezet.
Een reusachtige roodkleurige draak met een lengte van 5,3 meter, een vleugelspanwijdte van 5,5 meter…
4 dagen geleden
Koninklijke Burgers’ Zoo is door Michelin bekroond met twee Michelinsterren. In de Michelin Reisgids…
26 september 2024
Indrukwekkende draken, eenhoorns, centauren, boomnimfen, sfinxen, zeemeerminnen en talloze andere be…
5 september 2024