Wanneer je aan een project als Burgers’ Rimba begint, moet je uiteraard eerst voor jezelf een beeld laten ontstaan van hoe het er allemaal uit moet komen te zien. Niet iedereen is in het betreffende gebied geweest, maar er is natuurlijk wel kennis over vanuit boeken, films en tal van andere media. Daarnaast weten we vanuit onze dierenkennis ook wel het een en ander over hun leefgebied. Maar om dat dan te ‘vertalen’ naar een vorm die in een Nederlandse dierentuin toepasbaar is, is nog niet zo makkelijk.
Een brainstormgroepje van directeur, curatoren, architect en het hoofd van de technische dienst heeft in een aantal sessies toch langzaam een steeds concreter lijstje van wensen laten ontstaan, waarbij naast de financiële beperkingen ook ruimtelijke beperkingen, tijdslimieten, biologische mogelijkheden en voorwaarden een soort zeef vormden die moest zorgen voor haalbaarheid en verantwoording. Hierdoor werden onder andere spectaculaire diersoorten als neushoorns en olifanten uit het project gehaald, omdat die teveel van het beperkte beschikbare gebied op zouden eisen. Ook realiseerden we ons dat met het koele en grillige Nederlandse weer de beplanting niet echt een reële afspiegeling zal kunnen gaan vormen van het natuurlijke leefgebied. Maar we hebben gelukkig de Bush om aan te refereren wanneer het gaat om een realistische representatie en je kunt altijd zien hoe ver je kunt komen met ‘look alikes’, planten die ‘lijken op’ tropische Aziatische soorten.
Met bovengenoemd lijstje moet dan de volgende stap genomen worden, waarbij er schetsen worden gemaakt voor de ruimtelijke uitwerking. Een leidend principe is in onze ruimtelijke planning dat we bezoekers graag willen onderdompelen in een stukje (nagemaakte) natuur waar ze lang genoeg verblijven om er ook mentaal in te worden opgenomen en waar ze op geen enkel punt meer herinnerd worden aan de rest van de dierentuin. In het masterplan is gekozen voor een centrale rondweg, waar vanaf er telkens een nieuw gebied wordt ingegaan en waar je daarna weer op terugkeert op weg naar een volgend gebied. Die rondweg wordt momenteel in fasen ontwikkeld en de Rimba is het eerste gebied dat op deze wijze wordt aangesloten op (het thans gerealiseerde deel van) die rondweg.
Dus nu schetsen maken. Dit is een taak voor twee personen. De architect Frank ten Westeneind richt zich met name op gebouwen en infrastructuur en curator Tom de Jongh, die momenteel de afdeling vormgeving vertegenwoordigt, richt zich op de verblijven (zootechniek), landschappelijke vormgeving en educatie. Tom is eigenlijk bioloog, maar heeft zich al lange tijd bezig gehouden met verblijfsontwerpen en is daarin intussen zo gespecialiseerd dat hij extra zware computers nodig heeft om de benodigde bouwkundige tekeningen te kunnen maken en bewerken en dat hij op niveau communiceert met bouwkundigen en andere technici.
Nadat hij deelgebieden heeft ontworpen, worden deze in de denktank nog eens kritisch doorgenomen en eventueel aangepast waarna ze ‘bouwrijp’ kunnen worden gemaakt.
Intussen is er al veel overleg geweest met de gemeente over aanpassingen van het bestemmingsplan, vergunningen, enzovoort en moet ook de financiering mogelijk worden gemaakt. Anderen bereiden de diertransporten voor: zowel de uitplaatsing van de nog aanwezige dieren als de verwerving van de gewenste nieuwe soorten. Dat lijkt dan nog vroeg, maar tegenwoordig stap je niet meer even naar een dierenhandelaar om per direct een aantal tijgers, beren, herten, apen en reptielen aan te schaffen. De dieren worden uitsluitend overgenomen van andere dierentuinen en lang niet alle soorten fokken zo goed dat er overal surplus kan worden gevonden. In overleg met stamboekhouders en soortcoördinatoren moet er internationaal gezocht worden, waarna de hele stoet aan vergunningen, keuringen en andere overname- en reisdocumenten moet worden georganiseerd.
Zodra de originele bewoners van het terrein weg waren, zijn zware machines begonnen met de grondwerkzaamheden, waarbij zo snel mogelijk alle leidingentracés en andere onderaardse geheimen moeten worden aangelegd. Complicerende factor hierbij is het feit dat de Rimba in een glooiend gebied ligt en Tom allerlei fikse hoogteverschillen heeft aangebracht om zichtlijnen te creëren of te verbergen, om de route spannender te maken en nog efficiënter dierenverblijven te kunnen aanleggen. Er worden gigantische hoeveelheden zand uitgegraven en in Burgers’ Safari opgeslagen.
In de uitvoerende sfeer is er vrijwel dagelijks overleg tussen de vertegenwoordigers van het dierenpark, de aannemer, het grondverzet en wegenaanleg, de technische dienst en … de rotsenbouwers, een internationaal, gespecialiseerd team. Gelukkig hebben de meesten van hen al veel ervaring met het werken in Burgers’ en weten ze wat wij belangrijk vinden en wat wel en niet kan op dit bijzondere bouwterrein.
We doen er in dit gebied alles aan om herkenningspunten van vroeger te laten verdwijnen: men moet straks immers door Zuidoost Azië lopen en niet door Burgers’. Zelfs de informatieborden herinneren niet meer aan Burgers’. Deze hebben een eigen styling gekregen waarbij het kenmerkende gewas uit Zuidoost Aziatisch gebied, bamboe, een ornamentele functie heeft gekregen. Met informatieborden zijn we overigens zuinig gebleven om de sfeer niet te veel in die van een klaslokaal te veranderen. De dieren en planten moeten hun eigen verhaal vertellen en ieder zal hierbij iets anders opvallen. Toch zijn er in de vormgeving enkele details verwerkt die als het ware aanvullende informatie leveren. Zo zijn er in delen van de bestrating voetafdrukken van diverse dieren aangebracht.
Ondanks de gesmeerde gang van zaken zijn er toch nog op het laatst wat moeilijkheden ontstaan. De bouw verliep in het algemeen keurig op schema, maar de landschappelijke afwerking kostte uiteindelijk toch meer tijd dan verwacht. Met name de rotsenbouw blijkt altijd weer meer tijd te vergen dan je denkt. En sommige zaken moeten wachten totdat alle andere voltooid zijn. Dat is in dit geval bijvoorbeeld het beplanten. Het groen kan er pas in wanneer de paden en wegen voltooid, de hekken geplaatst, het schilderwerk af en de rotsen gespoten zijn. Dat wil zeggen dat dat altijd onder de grootste tijdsdruk moet en in dit geval ook vanwege het plantseizoen voor bomen dat in april eigenlijk afloopt.
De grootste zorg was dan ook dat de honderden bomen en boompjes er op tijd in zouden staan en dat het weer niet al te schraal en droog zou zijn. De aanleg van de vegetatie verloopt in fasen. Eerst moeten de bomen de grond in en daarna worden heesters en kruiden toegevoegd. Die kunnen gelukkig ook nog wel later in het jaar worden gepoot, maar dan zijn er natuurlijk veel meer bezoekers die je daarmee stoort in hun beleving.
Een factor die een grote rol speelde bij de totstandkoming van de Rimba is het feit dat er veel maatwerk is geleverd. De inrichting van de binnenverblijven van bijvoorbeeld de beren, tijgers en de apen vergden veel speciale roestvrijstalen hekwerken, schuiven en constructies maar ook de speciaal vervaardigde stalen ‘bamboepalen’ voor de informatieborden moesten speciaal voor ons worden gemaakt. De geselecteerde plantensoorten zijn merendeels geen soorten die zomaar bij elke kweker te vinden zijn en dan hebben we het natuurlijk nog niet over de rotsen en dergelijke. Zelfs de opgebrachte bodemsoorten zijn speciaal voor ons samengesteld. Zo bouw je dus een Rimba!
Donderdag 14 november om 08.30 uur stuiten de drie Maleise beren van Koninklijke Burgers’ Zoo op een…
14 november 2024
Burgers’ Zoo staat bekend om zijn ecodisplays: natuurgebieden waar dieren vaak in grote vrijheid lev…
10 juni 2022
Bij het ontwerp van een modern dierverblijf wordt eerst heel goed gekeken naar het natuurlijke gedra…
15 april 2022