Uiterlijke kenmerken

De cacaoboom is een boom die hooguit 10 meter groot wordt en vaak zelfs duidelijk kleiner blijft. Hij maakt geen heel dikke stam aan en hij vertakt soms ook al vrij dicht bij de grond. De bladeren zijn langwerpig met puntige uiteindes, donkergroen en een beetje leerachtig. Qua vorm en grootte lijken de bladeren feitelijk op zijn vrucht! Het makkelijkst herken je de cacao aan de kleine witte, lichtroze of licht geelgroene bloemetjes op zijn stam, en aan de kenmerkende vruchten.

Eigenschappen van de Cacaoboom

Bijzondere aanpassing aan de leefomgeving

Bijzondere aanpassing aan de leefomgeving

De cacaoboom is een echte regenwoudbewoner. Hij heeft een hoge luchtvochtigheid en veel neerslag nodig. Daarnaast groeit hij het liefst onder andere, hogere bomen. Zijn vruchten lijden namelijk snel schade in fel zonlicht.

Wist u dit al over de cacaoboom?

  • Cacaovruchten zijn eerst groen. Zodra ze rijp worden, verkleuren ze naar geel. Sommige soorten worden dan echter paarsbruin. Het is belangrijk om de vruchten op het juiste tijdstip te oogsten. Zijn ze nog onrijp, dan fermenteren ze slecht. Dan krijg je geen goede cacao!
  • Bij de Maya was een cacaodrankje niet zoet, maar een behoorlijk pittig goedje. Ze deden er namelijk peper en allerlei andere scherpe specerijen bij! Zoete chocola en zoete, warme chocomel zijn pas veel later in Europa uitgevonden.
  • Tegenwoordig wordt ongeveer driekwart van de cacao in tropisch West-Afrika geteeld, hoewel de plant daar van oorsprong niet inheems is.
  • ’s Werelds grootste importhaven voor cacaobonen bevindt zich in Nederland, in Amsterdam!
  • De cacaobomen zijn gastheren voor schimmels. Apen eten het vruchtvlees en verspreiden zo de zaden en vruchten die niet opgegeten zijn. En ze dienen in het bos soms als vochtige broedplek voor muggenlarven. Heel leuk in het netwerk van het regenwoud, maar minder fijn voor cacaoboeren. Duurzame chocola kopen helpt boeren om op een natuurlijkere, meer milieuvriendelijke wijze te werken en lagere opbrengsten te compenseren.
Plant-dier-relatie

Plant-dier-relatie

De cacaoboom vertrouwt voor de bestuiving van zijn 1-2 cm grote, lichtgekleurde bloemen op kleine kriebelbeestjes zoals vliegjes, mieren en kevers. Sommige van deze insecten kunnen niet (goed) vliegen. De bloemen groeien dan ook direct aan de stam en aan de dikkere takken, zo komen de insecten er gemakkelijker bij. Uiteraard hangen dus ook de vruchten direct aan de stam en aan de dikke takken. Een cacaobloem maakt geen nectar aan. Biologen weten niet zeker waarom de insecten deze bloemen opzoeken.

Gebruik door de mens

Gebruik door de mens

In een cacaovrucht vind je witte pulp en vijf rijen zaden. Het verwerken van deze ‘cacaobonen’ is vrij bewerkelijk: de zaden moeten gefermenteerd, gedroogd en geroosterd worden, maar dan heb je ook een heerlijk basisingrediëntje voor chocola! Tegenwoordig is de fabricage van chocolade, cacaopoeder en cacaoboter uit de zaden het voornaamste doel van de teelt. Al in de hoogcultuur van de Maya, vanaf 3.500 jaar geleden, gebruikte men cacao in de keukens. Bovendien waren  cacaobonen lange tijd hét betaalmiddel voor de Maya.

Bedreiging & bescherming

Bedreiging & bescherming

Deze plant is gelukkig niet bedreigd; en hij helpt zelfs bij de bescherming van het regenwoud! Cacaobomen groeien het best in de schaduw van oerwoudreuzen. Waar kleinschalig cacao wordt verbouwd, kan dus over het algemeen het regenwoud worden gespaard. Diverse natuurbehoudsprojecten stimuleren daarom in de bufferzones rondom hun beschermde gebieden het aanplanten van cacaobomen.

De cacaoboom in Burgers’ Bush

De cacaoboom in Burgers’ Bush

Voor de serre van de Bush staan een paar cacaobomen en ook in het gedeelte achter de watervaltunnel. Cacaobomen worden al lang verbouwd en zo zijn er allerlei soorten en rassen ontstaan. Zo hebben we in de Bush ook zelf bestuivende cacaobomen, zodat we niet afhankelijk zijn van insecten als bestuivers. Bijna jaarrond kun je in de Bush cacaovruchten zien hangen!