Leeuwen, giraffen, gorilla's en haaien zijn dieren die iedereen kent en graag wil zien in een dierentuin. Er zijn echter zoveel dieren die we niet kennen of nog nooit hebben gezien. Ecodisplays als de Bush en het tropisch koraalrif van de Ocean zijn ideaal om onbekend grut tegen te komen, aangezien zij een belangrijk deel uitmaken van de leefgemeenschappen.
Dit grut is vaak niet zichtbaar met het blote oog. In het koraalrif zijn vertegenwoordigers gevonden van een voor velen onbekende diergroep: de foraminiferen of ook wel gaatjesdragers genoemd. Deze eencellige diertjes lijken op een amoebe en hebben meestal een kalkskelet. Dit kalkskelet bestaat uit verschillende kamers. Door de gaatjes in het skelet stulpt het diertje schijnvoetjes uit om te kunnen bewegen en om zijn eten te verzamelen dat bestaat uit organisch afval. De naam eencellige dieren doet vermoeden dat het om extreem kleine dieren gaat. De meeste soorten gaatjesdragers zijn kleiner dan één millimeter, de soort in het koraalrif is tussen de één en vijf millimeter groot. Maar er bestaan zelfs soorten van vijf centimeter groot.
Foraminiferen zijn zo onbekend dat we in eerste instantie niet in de gaten hadden dat er in het koraalrif een ‘plaag’ was te vinden van deze diertjes. Overal in het koraalrif op de stenen en bodem waren grijs/bruine plaatjes te zien van één tot vijf millimeter groot. Aangezien het koraalrif al vele algenplagen had gekend, werd in eerste instantie gedacht aan een kalkalgensoort. Totdat ik in contact kwam met een foraminiferenspecialist, Dr. Willem Renema uit Naturalis in Leiden. Hij vermoedde dat het om foraminiferen zou gaan. Na onderzoek onder de microscoop bleek dit te kloppen. Zelfs de naam van dit diertje is bekend: Heterostegina depressa. De specialist was verrast levende foraminiferen in deze aantallen in een aquarium tegen te komen.
Bij een overbevolking van één soort wordt al snel de kreet ‘plaag’ gebruikt. Eigenlijk is het niets anders dan een verschuiving in het biologische evenwicht. In een aquarium moeten de verschillende evenwichten een handje geholpen worden, terwijl dit in de natuur vaak vanzelf gaat. De aantallen foraminiferen liepen enorm uit de hand. Sommige rotsen waren volledig overgroeid met deze diertjes. Door verandering van omstandigheden zoals stroming, verlichting en waterkwaliteit werden de aantallen op de rotsen na enige tijd een stuk minder. Momenteel zijn ze nog als een grijsbruine waas op het bodemzand zichtbaar. Sinds enkele maanden zwemmen er luipaardlipvissen in het koraalrif die gespecialiseerd zijn in het eten van de gaatjesdragers. Met speciale maaltanden kunnen ze de foraminiferen kraken en verteren. Andere vissen, zoals doktersvissen, eten foraminiferen als toetje op het normale algenmenu. De aanwezigheid van de verschillende vissen is hopelijk voldoende om weer in een nieuwe evenwichtsituatie te komen. Nu maar afwachten wat voor dier of plantensoort zich nu weer gaat ontwikkelen tot een overbevolking.
De jonge luipaardhaai die op 5 januari 2024 uit het ei is gekomen, is het resultaat van ongeslachtel…
5 augustus 2024
De collectie in de ‘Kleine Oceaan’ – het bassin aan de linkerhand vóór de roggentunnel - heeft naast…
30 mei 2024
Dinsdag 12 maart 2024 vertrekken 82 zachte koralen, 5 steenkoralen en 6 zeeanemonen vanuit onze dier…
12 maart 2024