De jadeliaan dankt haar naam aan de zeer opvallende turquoise bloemen die in tot 1,5 meter lange trossen groeien. Deze plant is een liaan, dus een klimmer met een dunne stam van hout. Haar gebladerte is tussen het blad van de gastboom waar de liaan in klimt, niet eens heel gemakkelijk te zien. Pas als de liaan bloeit, valt die echt op!
Door de dichte vegetatie heerst er in het regenwoud op de grond een gevecht om voldoende licht. Door als liaan langs een andere boom omhoog te klimmen, bespaart de plant het materiaal voor een eigen dikke stam.
De jadeliaan wordt vermoedelijk bestoven door vleermuizen en/of vogels. Heel zeker is dat echter niet, omdat de kleur en geurloosheid eigenlijk niet typisch zijn voor een vogel- of vleermuisbloem. Maar de flinke grootte en het feit dat de bloemtros zo mooi naar beneden hangt en daardoor aan vliegende dieren een prima aanvliegroute biedt, duiden daar wel op.
In diverse landen werd en wordt geprobeerd om de jadeliaan als sierplant te houden. Dat is echter in de meeste streken lastig, omdat deze plant best hoge eisen aan een vochtig-warm klimaat stelt. In delen van Zuid-Afrika en op Hawaii laat men de jadeliaan in pergola’s groeien. Op Hawaii worden van de bijzondere bloemen kransen gevlochten.
Het natuurlijke verspreidingsgebied van de jadeliaan is klein en helaas verdwijnen de regenwouden in rap tempo. Deze soort is in slechts weinig botanische tuinen te zien.
Deze mooie soort is sinds 2004 in de collectie van Burgers’ Zoo. De botanische tuin van Leiden heeft voor ons een stekje van hun jadeliaan genomen. In de Bush voelt de jadeliaan zich goed thuis. Al sinds 2007 bloeit hij bijna elk jaar, tussen maart en juni. U vindt de jadeliaan in het Aziatisch gedeelte van de Bush, tussen het verblijf van de kleinklauwotters en het Bush Restaurant.