Nou, nou, zult u nu denken: is dat nou zo bijzonder? Moet daar nou over geschreven worden?
Eigenlijk hebben we dat altijd wel gedaan als er interessante dingen over dat nieuwe vogeltje waren te vertellen, maar er is meer over te zeggen. Tegenwoordig is het helemaal niet meer zo makkelijk om aan een vogeltje te komen!
De Nederlandse dierentuinen hebben zich vele jaren geleden in onderling overleg serieus beraden op hun relatie met de dierenhandel. Het is een gegeven dat bij veel grootschalige, commerciële diertransporten er een grote kans is dat er dieren omkomen. Daarnaast zijn er vragen te stellen over de herkomst van de dieren. Veel soorten worden uitsluitend vanuit het wild aangeboden en de dierenhandel kan bij sommige soorten op deze wijze wezenlijk bijdragen aan een sterke achteruitgang van de soort. Anderzijds kunnen dierenhandelaren ook surplusdieren van dierentuinen overnemen en daarmee een huisvestingsprobleem oplossen wanneer de dierentuin zo gauw geen goed adres voor hun probleemdieren kan vinden. Maar is het adres dat de handelaar vindt wel een goed adres? Je hebt er geen zicht meer op waar je dieren blijven.
Kortom, als dierentuinen zeggen dat zij zich in zetten voor dierenwelzijn, natuurbehoud en natuureducatie, dan moeten ze wel consequent zijn en er zorg voor dragen dat de verwerving van dieren, maar ook het uitplaatsen verantwoord gebeuren. Daar waren de NVD-parken (NVD = Nederlandse Vereniging van Dierentuinen) het met elkaar over eens en zij hebben daartoe een ethische transactiecode ontworpen. Hierin staat dat te verwerven vogels en zoogdieren in principe niet meer uit het wild mogen komen, maar in gevangenschap moeten zijn geboren. De afspraak hierbij is dat we uitsluitend vogels en zoogdieren mogen overnemen van dierentuinen waarvan de kwaliteit geborgd is door het lidmaatschap van de NVD of de Europese Associatie van Zoos en Aquaria (EAZA). Mooi, maar lang niet alle soorten worden al goed gefokt. Daarom is het natuurlijk van het grootste belang dat dierentuinen hun uiterste best doen om ervoor te zorgen dat hun dieren zich ook allemaal voortplanten. En dat doen ze gelukkig ook. Er wordt intensief, internationaal samengewerkt met dieruitwisselingen, registraties, stamboeken, veterinaire, voedings- en zootechnische informatieoverdracht, et cetera.
Uitzonderingen aan strenge voorwaarden gebonden
Maar toch is het voor enkele soorten moeilijk om levensvatbare populaties in dierentuinen te handhaven. Hiervoor kan samenwerking met niet-dierentuinen (bijvoorbeeld particuliere fokkers) uitkomst bieden. Wanneer een dierentuin hiervoor kiest, moet hij hier echter eerst advies voor vragen aan een speciale ethische commissie die het voorstel moet wegen. Als deze commissie het voorstel steunt, weet de betreffende tuin zeker dat alle collega’s het eens zullen zijn met deze ‘afwijkende’ transactie en kan er met de soort verder gewerkt worden.
Het kan ook zijn dat een populatie zo klein is dat er inteelt dreigt en dat er (internationaal) dringend behoefte is aan vers bloed, dus dieren uit het wild. Onder strenge voorwaarden kan hier toestemming voor worden verleend en een enkele keer wordt hier dan ook wel gebruik van gemaakt. Maar het vangen en het transport gebeuren onder verantwoordelijkheid van de dierentuin!
Maar er is meer aan de hand.
In sommige landen heersen besmettelijke ziekten die de wetgevers er toe hebben gebracht dat er importverboden vanuit bepaalde landen zijn afgekondigd en ook exportverboden! Dat leidt uiteraard tot problemen. De door stamboekhouders aanbevolen uitwisselingen van dieren kunnen hierdoor vastlopen, waardoor een gezonde ontwikkeling van de populaties (vaak zeldzame dieren) wordt geremd en tuinen met een groeiend surplus komen te zitten, wat het welzijn van de dieren weer niet ten goede komt. De ziekte ‘blauwtong’ leidt bijvoorbeeld tot transportverboden van veel soorten hoefdieren en de ‘vogelgriep’ leidt tot een volledige stop op vogeltransporten vanuit bijvoorbeeld Zuid-Oost Azië.
Al met al wordt het voor veel soorten dus steeds moeilijker om zowel dieren te krijgen als kwijt te raken!
De vogelspecialisten van de Europese dierentuinen hebben vorig jaar daar uitgebreid met elkaar over gesproken en eens geanalyseerd hoe de situatie er nu en voor de toekomst (wat de vogels betreft) uitziet. Het was enigszins onthutsend. In Europa bleek ongeveer de helft van de onderzochte vogelsoorten in de laatste jaren in aantal terug te lopen en weinig hoop voor de toekomst te geven. In Amerika is inmiddels al meer in kaart gebracht en daar zijn de problemen zelfs nog groter. Bij de huidige stand van zaken zouden er slechts 22 vogelsoorten behouden kunnen blijven (waarvan 9 soorten pinguïns!) als er geen nieuwe dieren aan de populaties zouden worden toegevoegd.
Duidelijk werd dat in veel dierentuinen vogels veel minder aandacht krijgen van het management dan zoogdieren en dat daardoor de fokresultaten erg achter blijven. Veel tuinen hebben zich dan ook nauwelijks gerealiseerd dat daardoor veel aantrekkelijke soorten of soorten die belangrijk zijn voor educatie of voor behoud de laatste jaren dreigen te verdwijnen uit de parken. Samenwerking en meer zootechnische kennis zijn dus erg belangrijk voor de toekomst.
Burgers’ Zoo heeft vanouds altijd een relatief belangrijke vogelcollectie gehad met goede resultaten. Niet alleen op de vogelafdeling, maar ook bijvoorbeeld in de Bush krijgen de meeste soorten jongen.
Sommige soorten als pitta’s, diverse duivensoorten, muisvogels en roodborsttapuiten moeten eigenlijk zelfs ‘kortgehouden’ worden en worden elk jaar naar collega-parken gezonden.
Nieuwe soorten vinden daarentegen is erg moeilijk, maar zo nu en dan lukt het om bij collega’s dieren over te nemen die bij ons een belangrijke bijdrage kunnen gaan leveren aan de toekomst van de soort: vaak een laatste kans zelfs. Zo hebben we recent heel Europa afgestroopt op zoek naar de laatste Pinon-duiven en met succes. De laatste twee kwamen in februari uit Keulen en de soort heeft vorig jaar al enkele jongen geproduceerd! De Molinetti-spreeuwen, roodoorbuulbuuls en Madagaskar-wevers zijn in 2007 aan de Bush toegevoegd en daar zijn we heel blij mee. Het klinkt misschien raar als je weet dat er bij de dierenhandel om de hoek nog talloze prachtige en interessante vogels worden aangeboden, maar we nemen onze ethische code serieus en dat betekent voor degenen in ons park die de diertransacties organiseren in veel gevallen een enorme klus om de collectie op peil te houden en soms een klein beetje uit te breiden. Vooral de Desert is een ‘hoofdpijn’-gebied. Noord-Amerikaanse vogels zijn extreem moeilijk bij collega-parken te vinden. Maar de broedresultaten bij onze vogels in het algemeen maken alles goed. Gelukkig kunnen we zeer regelmatig collegae blij maken met onze nakomelingen!
De eenhoorn wordt meestal afgebeeld als een paard met een lange hoorn op het voorhoofd. De hoorn is…
Enkele seconde geleden
De mandragora (Mandragora officinarum) is een kruid uit de nachtschadefamilie. De mandragora wordt o…
Enkele seconde geleden
Quetzalcoatl betekent letterlijk ‘gevederde slang’ of ‘kostbare tweeling’. Quetzalcoatl is één van d…
2 dagen geleden