Burgers’ Zoo staat bekend om zijn ecodisplays: natuurgebieden waar dieren vaak in grote vrijheid leven temidden van duizenden planten en die bezoekers zo’n habitat van dichtbij laten beleven. Een ecodisplay probeert daarbij een specifiek ecosysteem zo natuurgetrouw na te bootsen. Maar wat houdt dit nu concreet in de praktijk in? Wat zijn bijzondere kenmerken van zo’n ecodisplay? En over wat voor zaken hebben de biologen en ontwerpers allemaal nagedacht? Voor wat voor uitdagingen zien zij zich gesteld? In deze serie proberen we aan de hand van enkele praktische voorbeelden het bijzondere karakter van elk ecodisplay te schetsen. In deze aflevering: de Safari.
Bezoekers die voor het eerst kennismaken met de Safari, verbazen zich vaak over het weidse, uitgestrekte landschap en de ruimte die de dieren daar tot hun beschikking hebben. Toch is dit weidse panorama natuurlijk bij uitstek een beeld dat beklijft wanneer je in Oost-Afrika wildlife probeert te spotten op de savanne. Langs de randen van de Arnhemse vlakte rijzen robuuste rotsformaties op: kenmerkend voor het landschap van zuidelijk Afrika, maar ook voorkomend in Oost-Afrika. Deze rotsformaties met hun ronde vormen als gevolg van erosie staan in het Zuid-Afrikaans bekend als ‘kopjes’. Op deze verhoging in het landschap hebben wij het Safari Restaurant gebouwd met zijn Safari-terras, waar je als bezoeker een prachtig uitzicht hebt op de savanne.
Vaak hebben mensen op deze natuurlijke verhogingen in het landschap lodges gebouwd voor gasten die overdag op Safari gaan met een gids en ’s avonds heerlijk uitrusten in deze vaak geriefelijk aangelegde verblijfplaatsen.
Op de Arnhemse savanne leven breedlipneushoorns, Rothschildgiraffen, Grantzebra’s, ellipswaterbokken, basterdgemsbokken, witbaardgnoes en Oost-Afrikaanse spiesbokken. Dankzij kleine verhogingen in het landschap kunnen dieren uit elkaars zicht lopen en de neushoorns worden in principe dankzij metalen palen halverwege de vlakte van de andere hoefdieren gescheiden. In principe, want met name jonge neushoorns kunnen tussen de paaltjes doorlopen, waarna moeder zich er vaak ook met enige moeite langs wurmt. Alle andere hoefdieren hebben de volledige vlakte tot hun beschikking en maken hier ook gebruik van.
De zebra’s vormen op het eerste gezicht één grote kudde, maar als je beter kijkt, dan blijkt de groep uit diverse harems en soms ook vrijgezellengroepen te bestaan. Een harem bestaat uit een alfahengst met enkele merries (onder hen de alfamerrie) en hun jongen. De hengst houdt zijn harem bij elkaar en verdedigt deze tegen eventuele kapers op de kust. Dat kunnen bijvoorbeeld jonge mannetjes zijn, die uit hun ouderlijke harem zijn verjaagd en tijdelijk met andere lotgenoten een vrijgezellengroepje vormen. Wanneer één van de alfahengsten sterft of wordt verjaagd, dan proberen andere hengsten de merries te schaken. De zebrasamenleving is in ieder geval heel dynamisch!
Bij de antilopensoorten moeten we soms volwassen mannetjes tijdelijk separeren, bijvoorbeeld als we even geen nieuwe aanwas willen, of wanneer het niet wenselijk is om nog meer nakomelingen van een bepaald mannetje te krijgen. Ook kan het voorkomen dat een moeder met pasgeboren jong tijdelijk in zo’n separatie-ren verblijven, totdat het jong sterk genoeg is om op de vlakte zijn soortgenoten en andere diersoorten te leren kennen. Bij de huisvesting van hoefdieren komt dus best wat kijken en zijn separatiemogelijkheden broodnodig. We hebben dan ook een aantal separatieverblijven aangelegd tussen de stallen en de grote vlakte in.
Ook binnen in de stallen hebben we volop mogelijkheden om bij de zebra’s bijvoorbeeld complete harems samen op stal te zetten en te scheiden van de rest van de groep. Bij de waterbokken leven de mannetjes in het wild meer solitair en dus worden zij ook ’s nachts in aparte nachtverblijven ondergebracht. De stallen zijn zeer ruim aangelegd, zodat we in de toekomst volop ruimte hebben om extra stalruimte uit te bouwen. Bijvoorbeeld wanneer we nieuwe diersoorten aan de Safari toevoegen.
De neushoorns en de giraffen hebben beide aparte stallen, die helemaal zijn ingericht voor de betreffende diersoorten. Voor de giraffenstal bevindt zich een grote separatieruimte waar overdag de hengst en bijvoorbeeld vrouwtjes met jongen kunnen verblijven, die nog niet groot en sterk genoeg zijn om de vlakte op te mogen. Op het moment van schrijven mogen we al enkele jaren niet meer fokken met de Rothschildgiraffen aangezien deze diersoort ruimschoots is vertegenwoordigd in de Europese dierenparken. De neushoornfok verloopt daarentegen zeer voorspoedig, al krijgt het Europese populatiemanagementprogramma de komende jaren steeds vaker een uitdaging om alle mannetjes in goede dierenparken onder te brengen. Wellicht komt daar op termijn ook een tijdelijke fokstop voor bepaalde dieren.
Natuurlijk ontbreken in de Safari ook de katachtigen niet, die zo kenmerkend zijn voor het leven op de Afrikaanse savanne. In een dierenpark moeten we deze roofdieren echter scheiden van de Afrikaanse hoefdieren en dus ontdekken de bezoekers de leeuwen en cheeta’s in hun eigen gebieden vanuit observatiehutten voorzien van grote ruiten. Ook leeuwen en cheeta’s gaan in het wild niet bepaald vriendschappelijk met elkaar om, dus beide katachtigen moeten in aparte verblijven gehouden worden. Voor de cheeta’s geldt dat ze in principe solitair leven en dat je dus ook achter de schermen extra verblijven voor deze sierlijke dieren moet hebben. Wanneer je in het wild een groepje cheeta’s ziet, betreft het vrijwel altijd een moeder met al wat oudere jongen of een coalitie van enkele volwassen mannetjes. Vooral wanneer jongvolwassen dieren nog niet zo lang geleden hun moeder hebben verlaten, is de overlevingskans groter wanneer ze de eerste tijd na hun vertrek gezamenlijk jagen.
Qua beplanting vormt de Safari een uitdaging en hier kunnen we de komende jaren verdere verbeteringen doorvoeren. In Arnhem groeien bijvoorbeeld veel naaldbomen, die je op de savanne in Afrika niet ziet. Telkens wanneer er bijvoorbeeld zilversparren sneuvelen in een storm, door ziekte, leeftijd of droogte vervangen we die door passendere inheemse soorten die qua uiterlijk beter matchen. Zoals bijvoorbeeld grove dennen, die qua groeivorm heel grillig zijn. Daarnaast hebben we de nodige valse acacia’s geplant die met hun stekels aan de Afrikaanse savanne doen denken, maar eigenlijk Noord-Amerikaans zijn. Op de daktuin vlakbij de kopjes hebben we eveneens voor enkele typisch Afrikaanse plantensoorten gekozen, zoals bijvoorbeeld vuurpijl (Kniphofia). Qua flora hebben we hier dus nog wel wat werk aan de winkel als we de Safari steeds meer een Oost-Afrikaans uiterlijk willen gaan geven.
Het prachtige uitzicht vanaf het buitenterras van het Safari Restaurant bovenop de kopjes en vanaf de houten wandelbrug naast de savanne maken dit ecodisplay een geslaagde ervaring voor veel bezoekers, die graag genieten van het weidse panorama en de charismatische Oost-Afrikaanse diersoorten die de Safari rijk is.
Op vrijdag 9 februari om 07.30 uur ontdekten onze dierverzorgers in de stal een pasgeboren Rothschil…
9 februari 2024
Safaripark Beekse Bergen en Koninklijke Burgers’ Zoo hebben twee cheeta vrouwtjes met elkaar geruild…
18 januari 2024
Op dinsdagochtend 26 september vertrok een bijna 2,5-jarige breedlipneushoorn vanuit Burgers’ Zoo na…
26 september 2023